Bijenproject 2010

Het introduceren van bijenteelt van zowel de inheemse angelloze bijen (meliponicultuur) als de stekende Afrikaans / Europese bijen (apicultuur) in het Xavante dorp Etenhiritipá waarbij vier gemotiveerde Xavante jongeren worden opgeleid tot imker om zo voor dorpsgebruik structureel honing te kunnen produceren.

In totaal zullen 10 Afrikaans / Europese volkeren, en 5 uruçu en 5 jataí volkeren gevangen worden in het wild binnen het reservaat. Deze bijen zullen op een afstand van ongeveer 3 km van het dorp gehouden worden met enige onderlinge afstand tussen de soorten. Centraal gelegen wordt een simpel bijenhuis ingericht met kwalitatieve imkerbenodigdheden waar de 4 op te leiden jongeren verantwoordelijk voor zullen zijn. In 3 tot 4 periodes zullen deze jongeren getraind worden in de kennis omtrent bijen; het vangen, de omgang, veiligheid en het oogsten van de honing welke in sommige gevallen zelfs 3 tot 4 keer per jaar kan gebeuren.

Als prioriteit in het project staat dat geen enkel bijenvolk van buiten het reservaat binnengebracht zal worden om faunavervalsing en ziektes te voorkomen. De Xavante staan erop om juist ook de Afrikaans/Europese bijen te betrekken, omdat: a) deze soort al algemeen voorkomt in het reservaat en b) deze een hoge productiecapaciteit heeft.

Een bioloog met een ruime ervaring in de apicultuur uit de stad Nova-Xavantina (MT) is al bekend met de Xavante van dit reservaat en zal de training geven en het project uitvoeren samen met de Xavante. De Xavante Vereniging Associação Etenhiritipa zal het project administreren inclusief de boekhouding en Sociedade de Proteção e Utilização do Meio Ambiente (PUMA, vertaald Stichting
Protectie en Gebruik van het Milieu) zal de totale supervisie doen en een 2 tot drie evaluaties doen met de Xavante gemeenschap.

Samengevat zal de productie van honing een goede vervanging zijn voor het overmatige gebruik van geïndustrialiseerde suiker, versterking geven voor de weerstand van kinderen en een potentieel geven voor een rendement voor de gemeenschap, een harde realiteit die onvermijdbaar is in de moderne consumptie maatschappij.

Aanleiding

In vroegere tijden, voor het contact met de moderne wereld, exploiteerden indianen honing afkomstig van bijennesten in het wild. Het was gewoon dat de Xavante, als ze op zoek waren naar vruchten of tijdens vis- of jacht excursies, ze bijennesten tegenkwamen, openbraken en vaak vernielden om de honing mee te nemen voor hun familiegenoten. Dit soort expedities komen vrijwel niet meer voor omdat deze indianen nu veel tijd moeten besteden aan de gezondheidsproblemen, territorium confl icten, scholing voor hun jongere generaties. Bovendien weten de jongere generaties niet meer goed hoe met wilde bijen om te gaan en heeft de consumptie van suiker de “noodzaak” voor honing minder gemaakt.

De consumptie van gekristalliseerde suiker is echter buiten de proporties gegroeid met als gevolg dat er een groeiend aantal indianen zijn die al op jonge leeftijd diabetici zijn. Juist omdat honing elementen bevat die juist versterkend zijn voor de weerstand tegen ziektes, bestaat er een wens onder de ouderen om bijen te kweken en zodoende op een relatief makkelijke manier aan honing te komen zonder de bijenvolkeren te vernietigen. Sommige van de inheemse bijen produceren honing welke een geneeskrachtige werking heeft, zoals die van de Jataí, welke curatief werkt in geval van astma en bij simpele oogproblemen. Bovendien bestaat er al ervaring in het Xavante reservaat Sangradoura met de commercialisering van honing die geproduceerd is het dat reservaat. De inkomsten worden daar benut om gemeenschappelijke problemen op te lossen.

In het wild komen vele soorten inheemse bijen voor welke echter een klein volume aan honing produceren in vergelijking met de ook in het wild voorkomende kruising van de Afrikaans / Europese bijen – een soort die niet meer weg te krijgen is uit de natuur. Deze laatste heeft een honing productie van ongeveer 45 liter honing per volk per jaar.

De Xavante leiders van het dorp Etenhiritipa hebben voorgesteld om twee soorten inheemse bijen, de jataí en uruçu, te kweken plus de Afrikaans / Europese bij. Het projectvoorstel stelt daarom voor om 4 Xavante jongeren te trainen in het imkeren en al de nodige technieken die noodzakelijk zijn om op een verantwoorde hygiënische wijze honing te produceren voor het dorp.

Activiteiten

Centraal in het project staat het overbrengen van theoretische en praktische kennis van de
apicultuur aan de vier jongeren. De volgende onderwerpen en activiteiten komen aan bod;

  1. introductie in de api- en meliponicultuur
  2. indentificeren van de bijen – darren, koningin en de werkers;
  3. fysiologische reproductie – hoe de bijen worden geboren;
  4. levenscyclus – darren, koningin en de werkers;
  5. locatie van de bijenkasten – keuze van de plaats en veiligheidsaspecten;
  6. bepaling van het aantal bijenkorven in de hoedanigheid van de honingbij weide;
  7. afwikkeling van de bijenstal;
  8. zwermen vangen – actief en passief;
  9. vervoer van de gevangen zwermen;
  10. identificatie van verweesde korven;
  11. het beheer van de korf – reviews, controle sporen;
  12. propolis – definitie, samenstelling, eigenschappen en de wijze van voorbereiding;
  13. oogst en verwerking van honing en bijenwas – extractie en opslag van de honing

Vanaf half januari 2010 zal het project van start gaan en zal lopen over een periode van vier maanden verdeeld over vier etappes.

Beknopte geschiedenis Xavante

Laat in de 17e eeuw hebben de Xavante voor het eerst contact gehad met de westerse wereld. Deze kolonisten probeerden de Xavante te onderwerpen aan hun manier van leven. Dit leidde tot een conflictsituatie waarna de Xavante besloten dieper de savanne in te trekken.

Tot de jaren dertig van de 20ste eeuw konden de Xavante redelijk ongestoord hun traditionele manier van leven leiden. Na dit tijdstip kwam dit traditionele bestaan echter onder druk te staan, doordat de kolonisten bij de exploratie van nieuw land het leefgebied van de Xavante opnieuw binnendrongen. Door hun eerdere ervaring stonden de Xavante argwanend tegenover dit contact, hetgeen opnieuw leidde tot confl ictsituaties.

In 1946 werden de Xavante in door kolonisten gebouwde nederzettingen geplaatst, mochten ze hun eigen taal niet meer spreken en werden de kinderen van de ouders gescheiden. Door de aanhoudende druk van de Braziliaanse overheid en de grote sterfte onder de Xavante aan voor hen onbekende ziekten zijn ze in de loop van de jaren vijftig nooggedwongen akkoord gegaan met een
reservaat als leefgebied.

Ook in dit reservaat werd hen weinig rust gegund. Langzamerhand probeerden boeren gesteund door corruptie en wetteloosheid, langzaam het reservaat in te nemen. Er werden groepen huurmoordenaars ingezet om het verzet van de Xavante te breken. Eind jaren zeventig begonnen de Xavante een offensief, overvielen daarbij de boeren en zette hen vervolgens uit het reservaat.

Anno 2009 worden ze geconfronteerd met een tegenstander die veel moeilijker te bestrijden is. De economische belangen van de buitenwereld. De overheid heeft het plan om de rivier Rio das Mortas waar de indianen aan leven, uit te diepen en zo geschikt te maken voor het transport van soja voor onder andere de Europese markt. Deze exploitatie van de rivier zal enorme impact hebben op het
milieu. De intensieve scheepvaart en de daarbij behorende baggerwerkzaamheden zullen een negatieve invloed hebben op de fl ora en fauna in en rond deze rivier. Een gebied dat een belangrijke voedselbron vormt voor de Xavante. De bestaanszekerheid van de Xavante staat dus nog steeds onder druk.

Anuncio publicitario
A %d blogueros les gusta esto: